Zes wilde eetbare planten in de winter
Wist je dat er ook in de winter eetbare planten langs de wandelpaden groeien? Hiermee kan je bijvoorbeeld een winterpluksalade, smoothie of pesto van maken. Wandel.nl vertelt je welke planten je kunt plukken.
Wist je dat er ook in de winter eetbare planten langs de wandelpaden groeien? Hiermee kan je bijvoorbeeld een winterpluksalade, smoothie of pesto van maken. Wandel.nl vertelt je welke planten je kunt plukken.
Wildplukken is zoals de naam al zegt: planten (en paddenstoelen) in het wild plukken. Het is interessant wat voor eetbare en geneeskrachtige planten er allemaal langs het wandelpad staan. Let wel op: in Nederland mag je niet zomaar overal wildplukken. Als je gaat wildplukken, heb dan respect voor de natuur en neem niet meer mee dan je nodig hebt. Pluk en eet alleen planten waarvan je weet wat het is en ga niet plukken in (beschermde) natuurgebieden. De Koninklijke Natuurhistorische Vereniging (KNNV) heeft een aantal gedragsregels voor wildplukken opgesteld.
Je verwacht het misschien niet, maar ook in de winter kun je heel wat lekkers in de natuur vinden. Genoeg om een winterwildpluksalade, smoothie of pesto van te maken. En ook als je niet met de geplukte planten gaat koken, is het interessant om te weten welke eetbare planten er langs de wandelpaden groeien.
Veldkers is een makkelijk te herkennen winterkruid, je herkent de plant aan de geveerde felgroene bladeren. De plant groeit op plantsoenen waar niet actief wordt geschoffeld. Veldkers heeft een pittige smaak en de sierlijke blaadjes zien er heel leuk uit op je bord of op een boterham met kaas. Sommige restaurants gebruiken de blaadjes ook in hun gerechten.
Ook pastinaak vind je bij ons in het wild. De wilde pastinaak wortel heeft een anijsachtige, zoete smaak. Je gebruikt de wortel hetzelfde als gekweekte pastinaak uit de supermarkt, lekker uit de oven of in een puree. Je vindt de plant in bermen, grasvelden, langs dijken of op open plekken in de duinen waar de grond relatief los is.
Rozenbottels zijn met hun felrode tot paarsachtige kleur makkelijk te herkennen. Je vindt ze al in de herfst, maar ze zijn pas helemaal rijp als het eens goed heeft gevroren. Van de vorst worden ze iets zoeter. Je vindt de rozenbottel langs zandweggetjes in bossen, in de duinen, langs landerijen, maar ook in plantsoenen en groenstroken. De vruchten worden vaak tot jam, siroop of thee verwerkt.
Judasoor kan je het hele jaar door vinden, maar in de winter zijn deze paddenstoelen goed zichtbaar als de bladeren van de bomen zijn gevallen. Zoals de naam al zegt, groeit de paddenstoel in de vorm van een oor, de schelp is bruinroodachtig van kleur. In Nederland groeit judasoor op de vlier of op beukenbomen en soms op andere loofbomen. Deze paddenstoel wordt vooral gebruikt in wokschotels, hij behoudt zijn stevige beet bij het bakken.
Winterpostelein groeit overal in Nederland, in bossen, langs bosranden, verwilderd langs moestuinen, in tuinen, in parken, in steden en gewoon op het platteland. Het heeft een hele zachte smaak, is een beetje knapperig en lekker in sla of smoothies. Je herkent het plantje aan de schotelvormige bladeren, waar de bloemstengel met soms kleine witte bloemen doorheen lijkt te groeien.
Ten slotte een plant die iedereen wel kent, de paardenbloem. De gele bloemen vind je niet in de winter, maar het compacte bladrozet is nog goed te vinden tussen het gras. De blaadjes van de paardenbloem kan je goed gebruiken in een salade. Gebruik hiervoor wel de paardenbloemen die wat beschut staan, deze blaadjes zijn zacht, fris en lichtgroen van kleur.