Van Noordpolderzijl naar Den Andel: stilte en vergezichten
Van Noordpolderzijl naar Den Andel: stilte en vergezichten
Van Noordpolderzijl naar Den Andel: stilte en vergezichten
Door: Geeske en Douwe Oosterhuis
Vandaag staat alweer etappe 4 van het Pronkjewailpad voor ons op het programma. In de drie voorafgaande zijn we, gerekend vanuit Groningen, gekomen tot Noordpolderzijl. Het lijkt een prima wandeldag te worden, de weersvoorspelling is buitengewoon goed. In het binnenland bestaat er de kans dat op een enkele plaats de 30º C grens wordt bereikt. Echter in het noorden en noordwesten zal de temperatuur blijven steken tussen de 20 en 25 graden. Een briesje uit het noordoosten zal hier de temperatuur iets temperen.
Nog voor tienen parkeren we onze auto op het parkeerterrein nabij het ’t Zielhoes. De andere auto hebben we achtergelaten bij de finish van vandaag, het oude schoolgebouw in Den Andel. Het is nog stil en rustig bij ’t Zielhoes, als we de honderden overvliegende ganzen niet meerekenen.
Het eerste deel van deze dagetappe gaat in westelijke richting over een betonpad, aan de landzijde, langs de dijk. Na ongeveer 500 meter nodigt een asfaltweg ons uit om rechts aan te houden de dijk op. We kunnen de verleiding niet weerstaan en boven op de dijk worden we verrast met een niet te beschrijven uitzicht over de Wadden. De helderheid van vanmorgen maakt het mogelijk dat we op de grens van water en lucht een eiland kunnen zien liggen. We houden het in het midden, het is Rottummerplaat of Rottummeroog. We gaan verder en met het oostelijke briesje in de rug laat de zon al aardig zijn aanwezigheid merken. Het is genieten, de ruimte, de stilte, de vergezichten, maar ook de vele lammeren op dijk die hun nieuwsgierigheid aan ons opdringen. Maar hen aaien, nee, dat is er niet bij. Ben je genaderd tot een afstand van minder dan een meter, dan maak hij (of zij) zich met een paar “bokkeprongen” uit de poten.
Bij het naderen van Warffum komen we er achter dat we niet de enige sportievelingen zijn die deze dag gebruiken om erop uit te trekken. Leden van een drietal fietsclubs, met tussenpozen van enkele minuten, razen met hoge snelheid door de dijkdoorgang van de slaperdijk en verdwijnen in oostelijke richting. De wierde Warffum is geheel overbouwd.
Dit is de redding van de wierde gebleken. Want door de bebouwing bleef de opgeworpen hoogte gespaard tijdens de grootscheepse wierdeafgravingen. Het ‘PWP’ leidt ons door de aantal nauwe steegjes die Warffum rijk is. Hier proef je het verleden. Wil je met nog meer historie kennismaken, dan is een bezoek aan het Openluchtmuseum, centraal gelegen in het dorp, een aanrader. Wij hebben pech, het museum gaat op zondag om 13.00 uur open. Voor ons rest niets anders dan op een bankje voor het museum onze zelf meegebrachte lunchwaren te nuttigen.
Na Breede, nabij het gehucht Lutje Marne steken we de provinciale weg 363 over en komen langs een wit huisje. Dit witte huisje stond in de jaren '80 van de vorige eeuw op de achterkant van de Brinta-havermoutpakken. Het huisje staat ook in het Brinta-boek 'Niemand de deur uit zonder Brinta’. (Leuk om te weten). Langs de slootkant over het akkerland, dat door de droogte van de laatste tijd gelijk een betonpad is geworden, bereiken we weer het asfalt. En niet veel later lopen we door Den Andel.
Op het terras van ‘t Zielhoes’, in de luwte van het gebouw, genieten we na van al het moois dat het Groninger land ons vandaag heeft gegeven. Langzaam dringt bij ons door dat elke stap die we zetten op het ‘PWP’ een verrijking is van ons leven.