Fysieke verschillen
Er zijn duidelijke fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen als het aankomt op lichaamsbouw en spiermassa. Doordat vrouwen een breder bekken hebben dan mannen, komt het bij vrouwen vaker voor dat de benen in een x-stand staan. Het bovenbeen staat dan schuin naar binnen ten opzichte van het onderbeen. Dit kan bij langdurige belasting voor problemen zorgen. Met spierversterkende oefeningen is dit heel goed aan te pakken. Dat wil niet zeggen dat mannen geen klachten aan de benen kunnen hebben. Mannen hebben namelijk vaker dan vrouwen te maken met o-benen, waarbij het bovenbeen juist schuin naar buiten staat ten opzichte van het onderbeen. Oftewel, zowel mannen als vrouwen doen er goed aan om naast het wandelen spierversterkende oefeningen te doen.
Vrouwen zijn gemiddeld iets minder lang dan mannen. Dat heeft invloed op de paslengte. Een vrouw maakt daardoor gemiddeld iets kortere passen en zal voor een hogere snelheid in een hogere pasfrequentie moeten lopen, dan wel grotere passen moeten maken. Nog een fysiek verschil betreft de spiermassa. Spieren zijn opgebouwd uit langzame spiervezels (die van belang zijn voor duurprestaties) en snelle spiervezels (van belang voor korte sprints). Mannen hebben van nature meer spiermassa dan vrouwen, namelijk gemiddeld zo’n 30 procent meer langzame en 15 procent meer snelle spiervezels. Gemiddeld kunnen vrouwen hierdoor een derde minder aan kracht leveren dan mannen.