Van modder tot asfalt: wandelen op verschillende ondergronden
Glibberige modder, mul zand, strak asfalt: in principe kun je op iedere ondergrond wandelen. Toch wandelt het niet op iedere ondergrond hetzelfde. Waar kun je op letten?
Glibberige modder, mul zand, strak asfalt: in principe kun je op iedere ondergrond wandelen. Toch wandelt het niet op iedere ondergrond hetzelfde. Waar kun je op letten?
Modder waar je tot je enkels in wegzakt, mul zand waar je doorheen moet ploegen of strak asfalt: in principe kun je op iedere ondergrond wandelen. Toch zijn er wel wat verschillen, onder meer in zwaarte en in de wandeltechniek die je het beste kunt gebruiken. Wandel.nl legt je uit waar je per ondergrond op moet letten.
Wandelen in de modder kan een flinke uitdaging zijn. Je kunt er tot je enkels in wegzakken en je hebt ook nog eens kans op glijpartijen. Zet daarom kleinere stappen en kijk goed op welke plaats je je voeten neerzet. Plaats je voeten op rechte delen van het pad, dus niet op scheve gedeelten. Houd er rekening mee dat je op modderige paden een lager tempo moet aanhouden.
Goed schoeisel is op modderig terrein essentieel. Draag schoenen met voldoende profiel die je veel grip geven. Ga je in het buitenland in heuvelachtig terrein over modderpaden lopen, dan zijn trekkingstokken aan te bevelen. Ze zorgen ervoor dat je beter in balans bent en minder snel uitglijdt. Na een wandeling is het onderhoud van je schoenen belangrijk.
Lopen door mul zand is zwaar. Je hartslag is gemiddeld hoger en je hebt meer zuurstof nodig dan wanneer je in hetzelfde tempo op een harde ondergrond loopt. Bij iedere stap kost het je meer spierkracht om je af te zetten en je moet meer moeite doen om je stabiliteit te zoeken. Bij iedere afzet zakt je voet iets naar achteren weg. Hoe droger het zand, hoe lastiger het loopt. Op het strand is de vloedlijn daarom de beste plaats om te lopen. Hebben er voor je al andere wandelaars door het mulle zand gelopen, stap dan letterlijk in hun voetsporen. In de schoenafdrukken is het zand al wat samengeperst, waardoor je minder diep wegzakt. Zet als je in mul zand loopt kleinere passen dan op harde ondergrond.
Wandelen in zand is minder belastend voor je gewrichten dan lopen op een harde ondergrond
Hoewel het zwaarder is, is wandelen in zand minder belastend voor je gewrichten dan lopen op een harde ondergrond. Het zachte zand zorgt namelijk voor een goede demping. Anderzijds heb je in mul zand wel een grotere kans om je enkels te verzwikken. Draag als je veel in zand gaat wandelen daarom stevige wandelschoenen die je enkels voldoende steun geven.
Wandelen op asfalt heeft voor- en nadelen. Op een strakke geasfalteerde weg hoef je er minder goed op te letten waar je je voeten neerzet. Hierdoor kun je makkelijker in een hoog tempo lopen. Voor stoepen of wegen met klinkers geldt dit uiteraard niet. Hier moet je altijd bedacht zijn op scheve of loszittende tegels. Het nadeel van asfalt is dat je weinig demping hebt. Dit maakt wandelen op verharde ondergrond, zoals asfalt, een grotere belasting voor je spieren en gewrichten. Ben je herstellende van een blessure of heb je snel last van blessures, dan is het verstandig om vooral op onverharde paden te lopen.
Bij warm weer kan wandelen op asfalt nog een ander probleem veroorzaken: asfaltbrand. Je hebt dan last van rode bulten die jeuken, met name op je kuiten. Je ziet nog wel eens bij deelnemers aan de 4Daagse Nijmegen. In de zomer kan asfalt door de zon erg heet worden en je onbedekte kuiten zijn dichtbij het warme asfalt. Hierdoor verbrandt je huid. Het is nu niet aan de orde in Nederland, maar kan natuurlijk wel een issue zijn tijdens je wandelreis.
Gras is een prettige ondergrond om op te wandelen, zeker als het niet te lang is. Je hebt demping, maar je hebt ook grip (al kan nat gras wel glibberig zijn). Let wel altijd op kuilen en oneffenheden, want die zie je soms lastig. Stap je in een kuil, dan heb je kans je enkel te verzwikken of te verstuiken. Als je veel in het hoge gras wandelt, dan is het verstandig om sokken en een lange broek te dragen. Op die manier verklein je de kans op tekenbeten.
In Nederland zijn de mogelijkheden voor een wandeling in de sneeuw vrij schaars, maar in landen als Oostenrijk en ook Duitsland kun je volop in de sneeuw wandelen. Het is verstandig om in de sneeuw je wandeltechniek iets aan te passen. Zo voorkom je dat je uitglijdt. Wandel iets meer in een waggelende stijl, zoals een pinguïn. Zet kleine stappen, zonder dat je je voeten helemaal afwikkelt. Op die manier houd je contact met de grond. Er zijn zelfs speciale anti-slip zooltjes te koop, die je onder je schoen kunt binden. Ook wandelstokken geven je meer grip in de sneeuw of op een bevroren ondergrond.