Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Tips & Tricks

Haal het beste uit jouw rustpauzes

Tijdens een wandeltocht is het belangrijk om goed te rusten. Rustpauzes kun je gebruiken om even op adem te komen, de spanning van je benen af te halen, naar het toilet te gaan, te eten en te drinken of om droge kleding aan te trekken. Maar hoe vaak en hoe lang kun je het beste rusten tijdens een wandeltocht? Lees nu onze tips.

Vierdaagse Nijmegen
De KWBN Rustpost tijdens de 4Daagse Nijmegen

Tip 1: Plan je rustmomenten

Maak voor de start van je wandeltocht altijd een planning. Waar en wanneer ga je rusten? Bepaal aan de hand van de routebeschrijving, je loopsnelheid en van de tijdslimiet (bij georganiseerde tochten) waar je precies gaat rusten. Gebaseerd op een gemiddeld wandeltempo van 5 kilometer per uur kun je aan een volgend ritme denken:

  • Een tocht van 30 kilometer: 2 keer een half uur rusten
  • Een tocht van 40 kilometer: 2 keer een half uur rusten
  • Een tocht van 50 kilometer: 3 keer een half uur rusten

Aan het begin van je tocht ben je nog fit en fris en hoef je minder te rusten dan in het tweede deel. Houd hier rekening mee bij het plannen van je rustpauzes.

Loop je een georganiseerde tocht, dan zijn er meestal op bepaalde punten van de route rustposten. Bekijk vooraf waar deze posten precies zijn. Hier kun je tijdens je tocht rekening mee houden, bijvoorbeeld met het bijvullen van je bidon of waterfles. Loop je met een groep, dan is het handig om gezamenlijk te bepalen op welke punten je gaat rusten. Loopt niet iedereen hetzelfde tempo, dan kun je de rustposten ook gebruiken om elkaar weer te ontmoeten.

Vierdaagse

Tip 2: Volg je planning

Houd onderweg je planning aan. Kom je bij een rustpost, maar ben je nog niet moe? Houd je dan toch aan je planning. Je kunt beter een keer rusten terwijl je nog fit bent, dan dat je verderop tijdens de tocht moe bent en nog ver van een rustpost vandaan bent. De rustpauze kun je bovendien goed gebruiken om je energie op tijd aan te vullen.

Tip 3: Rust niet te kort, maar ook niet te lang

Te lang rusten is om twee redenen niet verstandig. In de eerste plaats kun je last krijgen van stramme en stijve spieren als je de wandeling te lang onderbreekt. Het kan dan moeilijk zijn om weer op gang te komen. Er zijn wandelaars die om deze reden vrijwel niet rusten, maar dit is uiteraard persoonlijk. Bij georganiseerde tochten, zoals de 4Daagse Nijmegen, kun je bovendien in de problemen komen met de tijdslimiet als je te lang rust. Om de finish op tijd te halen, moet je dan je wandeltempo gaan verhogen. Zeker als je al moe bent, is dit geen pretje. Het is beter om tijdens de tocht in een gelijkmatig tempo te lopen. Blijf dus niet te lang 'hangen' op een rustpost en probeer je zoveel mogelijk te houden aan de planning die je van te voren hebt gemaakt (zie tip 1). Zorg dat je tijdens het rusten de tijd in de gaten houdt. Zet eventueel een alarm aan op je smartphone. Zo weet je precies wanneer je weer moet vertrekken.

Tip 4: Gebruik je rustpauze goed 

Begin tijdens je rustpauze altijd eerst met het meest noodzakelijke: ga naar het toilet, vul je bidon, zorg ervoor dat je voldoende eten bij je hebt voor de rest van de tocht en wissel eventueel van kleding en sokken. Dit laatste is met name belangrijk als je in de regen hebt gelopen. Hierna kun je in alle rust genieten van je welverdiende pauze. 

Vierdaagse Nijmegen

Tip 5: Zorg dat je niet afkoelt

Houd bij het rusten rekening met het weer. Probeer als het koud en nat is, ergens binnen of onder een afdak te gaan zitten. Zoek bij zonnig en warm weer zoveel mogelijk de schaduw op. Neem eventueel een stuk plastic mee om op te kunnen zitten als het gras of stoelen/banken nat zijn. Trek bij fris weer een trui of vest aan als je gaat rusten, zodat je niet afkoelt.

Tip 6: Kom rustig op gang

Na je rustpauze moet je lichaam eerst weer even op gang komen. Je hartslag gaat weer omhoog en je spieren komen weer in beweging. Ga na een rust niet te hard van start, maar kom weer rustig in je wandelritme. Hiermee verklein je de kans op blessures. Op naar de finish!