Wandelen en gezonde voeding gaan hand in hand

De juiste voeding speelt daarbij een belangrijke rol. “Met wandelen verbruik je energie. Dat moet je aanvullen. Maar wat neem je? Je kunt een punt van een appeltaart eten of twee bruine boterhammen met een plak kaas en een beker melk. In beide gevallen krijg je evenveel energie binnen. Bij de appeltaart is het loze energie. Daar zitten geen nuttige voedingsstoffen in. Bij brood en melk krijg je calcium voor je botten binnen en eiwitten voor de spieropbouw. Je spieren worden daar sterker van.”

“Tegelijkertijd is het goed om te beseffen dat elke wandeling anders is”, gaat Juliëtte verder. “Is het een korte of lange wandeling, is het een lichte of zware wandeling, met of zonder klimmen erin, wandel je in de zomer of in de winter, is het bloedheet of ijskoud? Dat heeft ook consequenties voor wat je wel en niet eet. Eigenlijk is wandelen heel persoonlijk. Je kunt het op allerlei plekken onder allerlei omstandigheden doen. Met de bijscholing bieden we je handvatten hoe je daar met voeding op in kunt spelen. Zo kun je de deelnemers aan jouw wandeltrainingen zo goed mogelijk adviseren.”

De bijscholing 'Gezonde voeding' is voor elke wandeltrainer interessant en relevant, ook als je eerder al een bijscholing hebt gevolgd. Simpelweg omdat de wetenschap voort dendert. “De cursus die we nu geven, ziet er heel anders uit dan de cursus van een paar jaar terug. Je gaat niet hetzelfde horen. Er zijn zoveel nieuwe inzichten waar je je voordeel mee kunt doen als wandeltrainer. Daarbij steken we het heel praktisch en concreet in. Als je de deur uitloopt, heb je ook echt het idee dat je er wat aan hebt.”

Tegelijkertijd is er ruimte voor andere onderwerpen. Juliëtte: “Het is een hele interactieve bijscholing. We kijken waar wandeltrainers behoefte aan hebben. Wat ze willen weten over voeding en wandelen. Als je een specifieke vraag hebt … je bent van harte welkom.”