Voorkom verrassingen in de winter
Wandelen vergt in de winter meer van je lichaam, uithoudingsvermogen en uitrusting dan wandelen in de zomer. Houd er rekening mee dat je langer onderweg kunt zijn (dit is onder meer van belang als je nog met het openbaar vervoer terug moet). Ligt er sneeuw, dan loopt dat lastiger en zwaarder dan over een sneeuwvrij pad én je draagt in de winter al snel wat meer uitrusting in je dagrugzak mee. Voldoende voedsel en drinken, liefst warm, zorgen er overdag voor dat je niet door je energie heen raakt. Neem onderweg ook de tijd om te pauzeren en zorg ervoor dat je wat extra kleding meeneemt als je het toch te koud blijkt te hebben.
Bereid winterwandelingen thuis voor met behulp van kaart, gids en internet. Check vóór vertrek of je geplande route en de eventuele hut of uitspanning op die route ook echt open zijn. Controleer tot slot ‘s ochtends het laatste weerbericht. Ga in verlaten gebieden liefst niet alleen op pad en laat bij vertrek iemand weten wat je plannen zijn en hoe laat je aan- of terug denkt te komen. Probeer ’s winters altijd op tijd te vertrekken: de dagen zijn korter en het is niet fijn om het laatste uur in het donker te moeten lopen. Laat je, kortom, in de winter niet verrassen.