Een Kennedymars lopen: praktische tips

Een goede voorbereiding is het halve werk. Dit is zeker van toepassing op een Kennedymars. Zorg dat je voldoende getraind aan de start staat. Bouw het aantal kilometers tijdens trainingen langzaam op. Loop eerst al eens een paar tochten van bijvoorbeeld 40-50 kilometer voordat je aan een Kennedymars begint.

• Zorg ervoor dat je comfortabele kleding draagt. Niets is vervelender dan er na een paar uur achter komen dat die broek toch wel erg schuurt. Je hebt dan nog uren voor de boeg. Test je kleding dus van te voren uit tijdens een training. Doe dit ook met je rugzak of heuptas.
• Draag schoenen waar je al aan gewend bent. Hierdoor kom je niet voor verrassingen, blaren dus, te staan.
• Draag verschillende lagen kleding over elkaar. Als je in de nacht loopt, is het kouder dan overdag. Je kunt dan nog iets uittrekken als het warmer wordt.
• Bij veel Kennedymarsen en andere lange tochten kun je een tas met kleding naar een rustpost halverwege de route laten brengen. Je kunt dan onderweg schone en droge kleren aantrekken, zonder dat je ze zelf mee moet sjouwen. Vooral bij regenachtig weer is dit erg prettig. Bij sommige Kennedymarsen loop je twee of meer lussen en kom je bij de startlocatie terug. Zorg er dan voor dat je daar een tas met kleding achterlaat. Vooral het wisselen van sokken is zinvol, want daarmee verklein je de kans op blaren.

Met name bij Kennedymarsen waar je ’s avonds start en de hele nacht loopt, is goede verlichting heel belangrijk. Zorg ervoor dat je zelf voldoende zicht hebt, maar ook dat andere weggebruikers jou zien. Draag daarom een reflecterend hesje en een goede zaklamp of hoofdlamp. Het voordeel van een hoofdlamp is dat je je handen vrij hebt en het pad voor je goed kunt beschijnen. In dit artikel lees je meer over verlichting voor wandelaars.

Tijdens een Kennedymars moet je beducht zijn op ‘de man met de hamer’, een hongerklop dus. Je verbruikt tijdens een tocht van 80 kilometer of meer veel energie. Eet daarom regelmatig. Bij Kennedymarsen zorgen organisaties over het algemeen voor goede verzorging onderweg. Langs de hele route staan rustposten met eten en drinken. Eet niet een te grote hoeveelheid in één keer, want dan kun je last krijgen van je maag. Eet vooral koolhydraatrijke producten.

Kijk voordat je aan een Kennedymars meedoet op de site van de organisatie alvast wat je qua rustposten kunt verwachten. Let hierbij op het aantal posten (om de hoeveel kilometer je kunt rusten), maar ook op de producten die ze je daar aanbieden.

Neem ook zelf wat te eten mee (mueslirepen, liga’s, krentenbollen etc.). Mocht de afstand tussen twee rustposten erg groot zijn, kun je hiermee voorkomen dat je alsnog een hongerklop krijgt. Mocht je bij een rustpost komen waar het voedselaanbod wat minder is, dan heb je zelf altijd nog een alternatief.

Aan Kennedymarsen doen vaak (snel)wandelaars mee die in een zeer hoog tempo lopen. Deze gaan er na het startschot meteen als een speer vandoor (en houden dit de hele tocht vol). Loop al vanaf de start in je eigen tempo. Zo voorkom je dat je jezelf opblaast, want de finish is nog heel ver weg. Vaak vind je na verloop van tijd vanzelf wandelaars die in jouw tempo lopen. Het is beter om van start tot finish een gelijkmatig tempo aan te houden dan te moeten wisselen van tempo.

Bij de start krijg je van de organisatie vaak een kaartje met een telefoonnummer dat je kunt bellen in geval van nood. Bijvoorbeeld als je onderweg om wat voor een reden dan ook niet meer verder kunt lopen. Bewaar dit nummer goed, zodat je het bij de hand hebt als je het nodig mocht hebben.

Vertel het thuisfront dat je een Kennedymars loopt en spreek met minstens één persoon af dat deze in geval van nood (ook ’s nachts) bereikbaar is.

Heb jij nog tips voor Kennedymarslopers? Mail je tip naar redactie@wandel.nl en we voegen deze toe aan dit overzicht.