Vier keer zoutminnende planten in Dintelse Gorzen
Wandelend door de Dintelse Gorzen kom je verschillende zoutminnende platen tegen. Wie zijn toch die bikkels die juist overleven in gebieden, waar andere planten dat niet kunnen?.
Wandelend door de Dintelse Gorzen kom je verschillende zoutminnende platen tegen. Wie zijn toch die bikkels die juist overleven in gebieden, waar andere planten dat niet kunnen?.
Ruig en vol tegenstellingen. Dat is natuurgebied de Dintelse Gorzen in de noordwestelijke hoek van Brabant. Het zilte verdwijnt langzaam uit het natuurgebied, maar dieper het gebied in bevat de bodem nog steeds zout. Je kunt daarom op veel plekken nog zoutminnende planten tegenkomen. Een lijstje van vier planten die je in de zilte gebieden van de Dintelse Gorzen – en andere zilte gebieden in Nederland – kunt tegenkomen.
Zeekraal is de meest zouttolerante plant van Nederland. Het vetplantje heeft een zeer ingenieus filter in de wortels. Dat filter voorkomt dat het zout wordt opgenomen. Zeekraal bloeit van juli tot oktober en verkleurt in de herfst vaak prachtig rood. Zeekraal is bovendien eetbaar en velen zien het dan ook als een delicatesse.
Schorrenzoutgras herken je aan de recht opgaande stengels en bladeren die zonder bladsteel scheef uit de grond komen.
Deze plant groeit in pollen bij elkaar. De plant bloeit van mei tot augustus in lange aren, waarin aarsige bloempjes zitten.
Zulte is een vrij vlezig, onbehaard en stevig kruid. Het plantje heeft smalle bladeren en opvallende bloemen. Deze bloemen zijn van binnen geel en van buiten lilablauw.
Zulte wordt ook wel zeeaster genoemd. Om het nog lastiger te maken: Zeeuwen verkopen de bladeren van zulte als groente onder de naam ‘lamsoor’.
Melkkruid bloeit van mei tot augustus. Er groeien kleine, lichtroze bloempjes uit de bladoksel. Als je het plantje van dichtbij bekijkt, ontdek je dat de bloempjes alleen een bloemkroon hebben en geen kroonbladeren.
De bladeren zijn vlezig en voelen wat vettig aan. Dit is een verdedigingsmechanisme tegen het zoute water.