Oog in oog met dieren tijdens je winterwandeling
Ook in de winter kun je van allerlei dieren tegenkomen tijdens je wandeling. Wandel.nl vroeg aan boswachter Tim Hogenbosch waar je op moet letten als je dieren wilt zien tijdens je winterwandeling.
Ook in de winter kun je van allerlei dieren tegenkomen tijdens je wandeling. Wandel.nl vroeg aan boswachter Tim Hogenbosch waar je op moet letten als je dieren wilt zien tijdens je winterwandeling.
De Nederlandse winters laten zich niet voorspellen. De ene dag is het guur en grijs en de andere dag straalt de zon aan een strak blauwe hemel. Maar wat het weer ook doet in de winter, het is altijd wandelweer. Trek dus ook in de winter je wandelschoenen aan en verbaas je over wat je tegen kunt komen tijdens je wandeling.
Wandel.nl ging met boswachter Tim Hogenbosch van Staatsbosbeheer in gesprek. Staatsbosbeheer beheert zo’n 273.000 hectare aan natuurgebied in Nederland. “Laat je tijdens je wandeling verrassen”, is Tims advies. Hij is zelf werkzaam als boswachter in de bossen van Nijmegen en verwierf landelijke bekendheid toen hij in 2018 werd uitgeroepen als beste twitteraar en sinds het voorjaar van 2020 het televisieprogramma Beestenbrigade op KRO-NCRV presenteert. “Ook in de winter is er genoeg te zien. Je moet alleen wel om je heen kijken. Iets wat we vaak te weinig doen. Houd je telefoon dus maar in je zak.”
Na een herfst vol prachtige kleuren staan de bomen en struiken er in de winter maar kaal en saai bij. Toch levert dit een voordeel op. “De dieren zijn in de winter minder actief door het beperkte voedselaanbod. Hierdoor moeten ze zuinig aan doen met hun energievoorraad. Maar de dieren die niet in een winterrust of -slaap zijn, zijn wel makkelijker te zien als ze tussen de kale bomen en struiken hun kostje bij elkaar scharrelen”, legt Tim uit.
In de vele hectares die Staatsbosbeheer beheert is veel leven te vinden. Die natuurgebieden variëren van bos, tot uiterwaarden, uitgestrekte heidevlaktes, weides, duingebied en de Wadden en dat levert een grote verscheidenheid in dieren op. In deze gebieden vind je ‘s winters onder andere edelherten, reeën, Galloway runderen en Schotse Hooglanders, zwijnen, Konik-paarden en zeehonden. Maar ook kleinere dieren, zoals vossen, bevers, marters, eekhoorns en vogels kun je met een geoefend oog en een beetje geluk tegenkomen. “Als je oog hebt voor je omgeving is wandelen in de natuur ook bijzonder en spannend, omdat je van tevoren niet weer wat en of je iets gaat tegenkomen. Maar dat is eigenlijk ook het leuke: zelf ontdekken en op onderzoek uit gaan geeft veel meer voldoening. De ene keer zie je niets, maar bij een volgende wandeling kun je zo maar oog in oog staan met een kudde reeën of een ijsvogel zien overvliegen. Juist als je het niet verwacht spot je vaak een dier of plant. Boswachters zijn er bovendien niet zo happig op om de exacte locaties van dieren bekend te maken. Zo kunnen we de rust in de natuurgebieden waarborgen.”
Het zoeken naar sporen kan helpen om wild te traceren. Pootafdrukken en uitwerpselen vertellen je welk dier je pad heeft gekruist. Tim geeft ons een gouden tip: “Er zijn kaarten verkrijgbaar met daarop een overzicht van welk sporen en uitwerpselen bij welk dier horen. Vooral als er sneeuw ligt is het goed spoorzoeken. Vooruit, ja mag ook je telefoon raadplegen als je een spoor gevonden hebt.” In dit artikel op Wandel.nl lees je meer over het herkennen van dierensporen tijdens je wandeling.
Toch wil Tim de wandelaar op het hart drukken de rust van de dieren niet te verstoren. “De afgelopen maanden zijn we, mede doordat vanwege corona sportfaciliteiten waren gesloten, veel meer de bossen op gaan zoeken om te wandelen. Dat is aan de ene kant een goede zaak. Het is heerlijk om de boslucht te ruiken, nieuwe ontdekkingen te doen en in beweging te zijn. Maar aan de andere kant levert de recreatie in de natuur een enorme druk op de flora en fauna.” Daarom vraagt Tim de wandelaar de regels in het bos te respecteren en drukte te mijden. “Doordat er veel meer mensen naar de bossen komen is het rustgebied van de dieren verstoord en verkleind. Houd daar rekening mee door de rust in het bos te accepteren, op de paden te blijven, niet tussen zonsondergang en zonsopgang in het bos te verblijven, afval mee te nemen naar huis of te deponeren in een afvalbak (en eventueel op te ruimen wat je tegen komt) en honden aangelijnd te houden.”