Dintelse Gorzen, het ruige Brabant
Natuurgebied de Dintelse Gorzen is uniek in zijn soort. De mix van zoet en zout water zorgt voor een interessante combinatie aan vegetatie en dieren die er hun thuis vinden. Laarzen aan en gaan!
Natuurgebied de Dintelse Gorzen is uniek in zijn soort. De mix van zoet en zout water zorgt voor een interessante combinatie aan vegetatie en dieren die er hun thuis vinden. Laarzen aan en gaan!
Tekst & foto’s: Eva Hopstaken
Wie een beetje modder niet schuwt, kiest voor een ruige wandeling in natuurgebied de Dintelse Gorzen. De beloning voor je vieze schoenen, een prachtig palet aan kleuren en een kijkje in de kraamkamer van de residerende (water)vogels.
Het is vroeg als we plaatsnemen op een bankje nabij de parkeerplaats om onze sneakers voor een paar laarzen te verruilen. “Was dat er een?” We knijpen onze ogen tot kleine spleetjes en turen naar de horizon. “Een lepelaar? Volgens mij was het gewoon een reiger,” klinkt het toch enigszins vertwijfeld. Wie de vogel met de typische snavel wil zien, komt het beste vroeg. Heel vroeg. Als je een beetje geluk hebt, spot je naast zilverreigers misschien ook wel de blauwe kiekendief.
Eenmaal gepast schoeisel aan onze voeten, steken we de lange houten steiger over. Een lage brug die symbool staat voor de overgang naar een andere wereld. Een wereld waar zoet en zout met elkaar vermengd zijn geraakt. Ooit stonden de Gorzen in verblinding met open zee, de aanleg van de Phillipsdam maakte daar een einde aan. Het gevolg is een intrigerende mix aan flora en fauna.
Hoewel het nu wellicht wat droger zal zijn, is het de dagen voorafgaand aan ons bezoek zeer regenachtig geweest en dat is te merken aan de wandelroute. Onze laarzen zuigen zich vast aan de modder. Ook de wind heeft vrij spel gehad en heeft hier en daar jonge vegetatie uit de bodem gerukt en takken over het pad doen waaien. De natuur is hier zo ongerept, dat je bijna het gevoel hebt, dat het niet de bedoeling is dat je hier rondstapt.
In de ronde houten vogelkijkhut houden we even pauze en hopen we een veldleeuwerik te spotten. Zonder beoogd resultaat stappen we verder om kort erna halt te houden. De weg wordt versperd. Niet door een, maar door een hele kudde wilde grazers. Denk maar niet dat die voor ons opzij gaan. Waarom zouden ze ook? Wij zijn immers bij hen te gast.