Plannen om een mooie wandeling door Parijs te maken? Hier een paar tips.
Parijs is groot, heel groot. Daarbij is het een andere stad dan - pak ‘m beet - Rome, waar alle toeristische trekpleisters lopend te bezoeken zijn. In de Franse hoofdstad betekent dat een flink stuk kuieren. Het valt dus aan te raden gebruik te maken van de metro en uit te stappen bij de dichtstbijzijnde haltes.
Oké, iedereen kent de Eiffeltoren, het gigantische museum het Louvre, de Moulin Rouge (daarvoor geldt overigens hetzelfde als voor de Mona Lisa: véél kleiner dan je denkt) en de Notre Dame. Ook bekend, maar een dikke tip is het kerkhof Cimetière du Père-Lachaise, in het twintigste arrondissement (metrostop Père Lachaise). Het is de bekendste en meest bezochte begraafplaats ter wereld. Onder meer Édith Piaf, Jim Morrison, Oscar Wilde, Marcel Proust en de componisten Chopin, Bellini en Bizet liggen er begraven.
Voor de ware fans onder ons: vanaf het kerkhof is het goed te lopen naar het Édith Piaf Museum (5 Rue Crespin du Gast) en - een stukje verder - naar de straat waar Doors-zanger Jim Morrison (17 Rue Beautreillis) op 27-jarige leeftijd dood werd gevonden.
Schilders, muzikanten en dichters die nog wél leven, zijn te vinden op de berg Montmartre, een gezellige, bruisende kunstenaarswijk waar het aangenaam slenteren is. Bezoek zeker ’s avonds de Lapin Agile (22 Rue des Saules), een van de bekendste cabaretclubs in de stad, al is ‘club’ een wat te chique naam voor deze historische uitspanning. En profiter!
