Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Blog

Wandelwoorden, deel 7: kilometervraag

Wandelaar en liefhebber van woorden, Sanne Bloem, verzamelt en bedenkt wandelwoorden, oftewel: begrippen die wij wandelaars allemaal herkennen. Haar nieuwste vondst is de 'kilometervraag’, de vraag die alles bepaalt.

Sanne Bloem
Wandelwoorden, deel 7: kilometervraag
(Foto © Sanne Bloem)

Ik ga “tevreden gezinloos” door het leven. Deze zomer kreeg ik een week lang een gezinsleven cadeau. Met een vader en twee zonen bezocht ik een camping op korte-benen-loopafstand van een bos. We hadden van een gemeenschappelijke vriendin een tent geleend. Zij had die van haar ouders gekregen, met de mededeling dat het een heel goede tent was. Echter de opzetinstructies ontbraken.

Wandelwoorden, deel 7: kilometervraag
(Foto © Sanne Bloem)

Strakgespannen

Voor ik het weet sta ik voor een verzameling opgerolde pakketjes tent en kleurgemarkeerde stokken, uitgespreid in het gras. Leenzoon 1 (5 vingers jong) trekt meteen een rits open en gaat de nog platliggende tent van binnen verkennen. Leenzoon 2 (8) helpt ook mee. Vader van het grut schuift enthousiast mee allerlei stokken in allerlei kleurgemarkeerde openingen. Verrassend genoeg hebben wij binnen een half uur een relatief-strakstaand, stoffen huis voor komende week opgezet.

Stipt te laat

Op het mededelingenbord bij de receptie is een groepswandeling aangekondigd: “Vandaag, stipt twee uur verzamelen”, staat erbij. Wij missen de verzameltijd met 5 minuten, en zien net een roedel volwassenen aan het einde van de weg naar het bos de hoek omslaan. Blijkbaar wandelen wij niet met de groep vandaag.

Vertragen

Ik ben met een blotevoetengezin op vakantie, maar ikzelf ben geen blotevoetenvrouw. Ik houd mijn sandalen aan vandaag. Daardoor, en door de overdaad aan korte benen in ons gezelschap, vertragen we. Hun eeltige, blote voeten lopen voorzichtiger door het bos. Mijn sandalige voeten, hun onderkant beschermd, volgen.

Wandelwoorden, deel 7: kilometervraag
(Foto © Shutterstock)

Planloos

Nu we geen groepswandeling doen, is er geen groepswandelgids.
We lopen zonder plan. Ergens in dit bos houdt zich een prachtige veenmeer op, zou mooi zijn als we dat te zien krijgen vandaag.

Door het bos loopt een zanderig pad. In het zand liggen, als schatten verstopt, mooie stenen. Om de drie stappen stoppen we, omdat we weer wat speciaals hebben gevonden. Er zijn scherpe stenen, die messen van prehistorische voorouders moeten zijn geweest. Er zijn stenen met de kleur van melk, de nacht en plantenpotten. En ik vind er een waar onze duim precies goed in past, waardoor die heel lekker aanvoelt. Daar zijn we het allemaal mee eens.

Wandelwoorden, deel 7: kilometervraag
(Foto © Pixabay - Onefox)

Eten en gegeten worden

We vinden een zwarte dikke kever, die op haar rug ligt in het zand. We proberen haar te redden door haar met een takje om te draaien. Maar ze wil niet, ze gaat meteen zelf weer op haar rug liggen wachten tot ze voer is voor een vogel. Zo leren ze ook meteen over de kringloop van het leven.

We vinden een bankje dat uitkijkt op het meer en ploffen neer. Ik tover uit mijn tas een chocoladereep die, sneller dan je “85%-puur” kunt zeggen, is opgegeten. Grote leenzoon verkent het drassige gebied vóór ons, en zakt tot aan zijn broekzakken in het meer. 

De allesbepalende vraag

Ruim twee uur later zijn we terug bij ons huis van stof. We ploffen neer in het gras van onze ‘voortuin’. We hebben nieuwe buren.
“We hebben gewandeld”, vertel ik de buurman. Hij kijkt naar ons neergeplofte gezelschap. En dan vraagt hij de vraag die alle mensen altijd aan wandelaars schijnen te willen vragen. De vraag die gaat bepalen of de wandeling wel zwaar of lang genoeg was...
“Hoe ver hebben jullie gelopen?”
We hebben geen idee. En ik weiger het aan mijn telefoon te vragen.

Het allesomvattende antwoord

Hij bedoelt vast: "Hoe was het?” En dus vertel ik over onze trage wandeling. Dat het meer echt mooi is. Dat we drie stenen hebben meegenomen, waarvan er een heel lekker in je duim past. Dat grote leenzoon in de blubber is gezakt. En dat we in een oogwenk een hele reep chocolade hebben gegeten.

De kilometervraag: dat veel mensen van wandelaars willen horen hoe ver zij gelopen hebben. Mag je beantwoorden als: “hoe was de wandeling?”

* De kevers in deze blog zijn mestkevers. ze vinden hun weg door naar het melkwegstelsel te kijken en als ze hun larven hebben gevoed, gaan ze op hun rug liggen tot ze sterven.