Een schrijfwandeling door de Schoorlse Duinen
Saskia heeft twee hobby’s: wandelen en schrijven. In de Schoorlse Duinen kon ze beide passies prima combineren. “Door tijdens mijn wandeling te schrijven kan ik nog meer woorden geven aan wat ik zie.”
Saskia heeft twee hobby’s: wandelen en schrijven. In de Schoorlse Duinen kon ze beide passies prima combineren. “Door tijdens mijn wandeling te schrijven kan ik nog meer woorden geven aan wat ik zie.”
Saskia van den Brand (31) is fanatiek wandelaar. Ze schrijft graag over haar belevenissen tijdens de vele wandeltochten die ze maakt.
Yes. Het is vakantie. Aan de hemel een strak blauwe lucht. Op de parkeerplaats hoor ik het klikken van wielrenschoenen, terwijl ik mijn parkeerkaartje achter de voorruit leg. Al een tijdje wil ik wandelen in de Schoorlse Duinen. Het gebied ligt vlakbij het plaatsje Bergen. In deze omgeving zijn al veel schrijvers op nieuwe ideeën gekomen. Een plek waar boeken tot stand komen of zich in de buurt afspelen, zoals De Eetclub van Saskia Noort.
Het is stralend weer. Ik steek de weg over en zie het Buitencentrum. Voor de ingang staat een groot bord met alle kleurcodes van de routes met bijbehorende afstanden. Ik kies voor groen. Een route van twaalf kilometer. Ik vul nog snel mijn drinkflessen met vers koud water.
In het bos hebben de brede wegen namen. Zo heb je de Torenweg en de Badweg. Onderweg passeer ik een vader met twee dochters. Zwaar hijgend ploetert hij door het warme weer de heuvel op. Zijn dochters zorgen goed voor hem, want hij krijgt direct een fles water aangereikt op de top. Het is ruim boven de vijfentwintig graden. Met deze temperaturen heeft je lichaam water, water en nog eens water nodig. Ik ben dan ook blij dat ik af en toe mijn doppers bij kan vullen.
Mijn rugzak is behoorlijk zwaar met naast liters water en voeding ook een schrijfschrift. Het mooiste is om een tijdje te blijven zitten op een plek en alles om je heen te observeren. En dit vervolgens op te schrijven. Door tijdens mijn wandeling te schrijven kan ik nog meer woorden geven aan wat ik zie.
Ik klim opnieuw omhoog en kom bij een uitzichtpunt. Ik zie meteen dat er heel veel bos is. In de verte plukjes duinlandschap. De Nederlandse natuur is voor een groot deel door ons gemaakt. Bossen in Nederland zijn vaak niet ouder dan honderd jaar. Laatst heb ik op een televisieprogramma geleerd dat het woord Holland komt van Holtland. Dit betekent bosland. Deze woorden komen in me op en ik voel mijn vingers tintelen om te gaan schrijven. Ik draai me om en zie twee mooie houten bankjes.
Ik lees eerst bij alle twee de tekst op het bankje. De rechter spreekt me meer aan. ‘’’Thumbing our way to heaven.’’ Ik begin te schrijven. Op het schelpenpad kruipt een mannetjes zandhagedis voorbij. Snel leg ik mijn pen neer en observeer de groen met bruine huid.
Ik weet dat het een mannetje is, omdat vrouwtjes een grijze huid hebben. Het gewervelde dier kruipt onder de bank door en verdwijnt tussen de witte en roze bloemen. Een bij zoemt op de achtergrond. Ik zoek hem op. De bij is op zoek naar nectar en vliegt van bloem naar bloem.
Ik neem de tijd en kijk omhoog naar een dennenboom. Op het eerste gezicht zie ik kleine ananasjes, maar het zijn natuurlijk nog dennenappels in ontwikkeling. De baby gele dennenappels hangen aan de uiteinde met de kop omhoog, terwijl de grote bruine al gedraaid zijn. Een colonne mieren trekt langs mijn voeten voorbij. De ijverige beestjes zijn altijd aan het werk. Een heel klein spinnetje loopt op mijn blaadje. Hij loopt op mijn vinger. Zachtjes leg ik hem op een schelp.
Mijn boekje wil ik dichtklappen, maar dan trekt er een libelle voorbij. Zo kan ik uren blijven zitten. Alles wat je schrijft, daar ben je geweest!